Het idee voor dit prentenboek ontstond na de geboorte van Casper, de oudste kleinzoon van Marjolein Thiebout. Op een keer zei ze tegen Casper: ‘Weet je, weet je wat de haan zegt? Kukelekuuuu. En weet je, weet je wat de koe zegt? Boeoeoeoeoe. En weet je, weet je wat …?’ Het aantal dierengeluiden groeide en ze werden steeds klankrijker. Casper keek en luisterde met grote aandacht en begon na een half jaar zelf: ‘ie-ie-ie-ie-ie’. Het werd een familie-geluiden-gebeuren: een dier kon niet ‘echt’ genoeg klinken! Bij het zien van de pasteltekeningen van Loes Botman wist Marjolein meteen: ‘Hierbij ga ik de dierengeluiden schrijven.’ Met dit prentenboek willen Marjolein en Loes kind en volwassene inspireren om zelf uitdrukking te geven aan het spelen met klank en taal.